Werken met arbeidsmigranten

Op de Nederlandse arbeidsmarkt zien we de afgelopen jaren een toenemende vraag naar arbeidsmigranten. Intermediairs spelen hierin een cruciale rol door flexibele arbeidskrachten te leveren aan diverse sectoren. Een van de meest gunstige regelingen voor intermediairs die met arbeidsmigranten werken , is de ET-regeling. Ook wel Extraterritoriale Kostenregeling genoemd. Deze regeling biedt aanzienlijke voordelen voor zowel de intermediair als de arbeidsmigranten. In deze blog leggen we uit wat de ET-regeling inhoudt. Waarom het verstandig is voor intermediairs om deze toe te passen. En geven we een financieel voorbeeld van de besparing.

Wat is de ET-regeling?

De ET-regeling is een fiscale regeling die bedoeld is om de extra kosten te compenseren die arbeidsmigranten maken bij het werken in een ander land dan hun thuisland. Deze kosten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit huisvesting, reiskosten, en kosten voor levensonderhoud. De regeling stelt intermediairs in staat om deze kosten onbelast te vergoeden aan de arbeidsmigranten, waardoor zowel de uitzendkrachten als de intermediairs hiervan kunnen profiteren.

Voordeel voor de medewerker

Door gebruik te maken van de ET-regeling kunnen intermediairs extra voordelen bieden aan de medewerker, zoals belastingvrije vergoedingen voor extraterritoriale kosten. Dit houdt concreet in dat de medewerker een hoger netto salaris overhoudt.

Voordeel voor de intermediair

Het toepassen van de ET-regeling biedt ook een belangrijk voordeel voor de intermediairs die met arbeidsmigranten werken. Intermediairs kunnen aanzienlijke kosten besparen doordat de vergoedingen voor extraterritoriale kosten onbelast zijn. Intermediairs zijn dus niet verplicht om belastingen en premies over deze vergoedingen af te dragen. Dit betekent een aanzienlijke verlaging van je kostprijs.

Hoe werkt het?

Als je gebruik maakt van de ET-regeling mag je bepaalde bruto-looncomponenten “uitruilen” tegen een netto vergoeding. Kosten die in aanmerking komen voor uitruil zijn (indien aantoonbaar):

  • Reiskosten naar het land van herkomst. Hierbij kan je denken aan kosten van een treinkaartje of € 0,21 cent per gereden kilometer. Algemeen wordt aangenomen dat het reëel is dat een arbeidsmigrant 1 x per 2 maanden naar huis reist.
  • Dubbele huisvestingskosten. Hierbij mag maximaal 25% van het wettelijk minimumloon verstrekt worden ( in 2023: € 111 per week)
  • Kosten voor levensonderhoud. Afhankelijk van het land van herkomst mogen de volgende bedragen worden uitgeruild:

Land waaruit de seizoensarbeider afkomstig isMaximum uit te ruilen bedrag per week
Bulgarije€ 27,20
Estland€ 8,18
Hongarije€ 18,70
Letland€ 9,98
Litouwen€ 19,83
Polen€ 29,01
Portugal€ 3,63
Roemenië€ 31,44
Slovenië€ 9,91
Spanje€ 7,82
Bron: Flexpedia 2019

Waar moet je op letten?

  • Loon na uitruil mag niet lager zijn dan het wettelijk minimumloon.
  • De uitruil mag niet meer bedragen dan 30% van het feitelijk loon.
  • Je mag maximaal 81% van de daadwerkelijke kosten uitruilen
  • Je moet ervoor zorgen dat de medewerker kan aantonen dat hij de reiskosten naar zijn thuisland daadwerkelijk heeft gemaakt.

Een financieel voorbeeld

Een medewerker verdient een feitelijk loon van € 494 per week ( € 13 x 38 uur)
De ET-kosten bedragen € 153 per week
Maximale uitruil is dus 81% van € 153 en bedraagt € 123,93

Dit bedrag gaan we eerst controleren:

1. Bedraagt de uitruil niet meer dan 30% van het feitelijke loon?
Controle 30% regeling: 30% x € 494 = € 148,20
Het bedrag van € 123,93 valt dus onder dit bedrag.

2. Loon na uitruil mag niet lager zijn dan het wettelijk minimumloon
Controle WML: In dit voorbeeld is het WML nog €. 9,82 per uur
Dus € 9,82 x 38 uur = € 373,16. De maximale uitruil is dus € 494 – € 373,16 = € 120,84
Het bedrag dat daadwerkelijk uitgeruild mag worden is nu € 120,84

Vervolgens zou je nog kunnen kijken of de uitzendkracht ook nog bovenwettelijke vakantiedagen heeft opgebouwd. Daarmee zou de “gemiste” € 3,09 (€ 123,93 – € 120,84) nog kunnen worden afgedekt.
In dit voorbeeld is € 123,93 brutoloon ingeruild voor een netto-vergoeding van € 123,93
Een mooi financieel voordeel dus voor jouw medewerker. Maar ook een mooie besparing voor de intermediair.

Bij een kostprijsfactor van 1,71 heb je de volgende besparing:
– Kostprijs zonder toepassing ET-regeling: € 494 x 1,71 = € 844,74
– Kostprijs met toepassing ET-regeling: € 370,07 x 1,71 = € 632,82 + € 123,93 = € 756,75
– Besparing: €. 87,99

Of wel een omrekenfactor van 1,53 in plaats van 1,71.

Wat betekent dit nu in jouw situatie?

Uit het bovenstaande blijkt wel dat je niet zomaar “standaard” kan zeggen wat de besparing is. Dit is afhankelijk van een groot aantal factoren. Wil je concreet een keer eens kijken wat het in jouw specifieke situatie betekent?  Vul dan ons formulier in. Wij maken dan gratis voor jou een proforma berekening zodat je concreet kunt zien wat de besparing is. 

Inhoud